Verklaring inzake het omgaan met vermoedens van misstanden in ondernemingen
Klokkenluiden kan grote gevolgen hebben. Klokkenluiden zet de relatie met de werkgever ernstig onder druk, hetgeen de klokkenluider niet zelden op ontslag of een andere vorm van benadeling komt te staan. Ook kan de betrokken onderneming in diskrediet worden gebracht en schade lijden.
De Stichting van de Arbeid wil met de Verklaring inzake het omgaan met vermoedens van misstanden in ondernemingen een bijdrage leveren aan de totstandkoming van een open bedrijfscultuur waarin misstanden veilig kunnen worden gemeld en de ontwikkeling van regelingen op ondernemings- en/of bedrijfstakniveau die het melden van vermoedens van misstanden in goede banen kunnen leiden. In de Verklaring is ook een modelregeling omgaan met melden vermoeden misstand opgenomen.
De Verklaring en de modelregeling zijn aangepast naar aanleiding van de Wet bescherming klokkenluiders die op 18 februari jl. in werking is getreden. De Wet bescherming klokkenluiders komt voort uit een richtlijn van de Europese Unie en vervangt de Wet Huis voor klokkenluiders. Werkgevers zijn verplicht hun interne procedures voor meldingen van misstanden aan te passen aan de nieuwe wet.
In de modelregeling worden drie modaliteiten van melden onderscheiden:
- Melden in de lijn;
- Melden bij een onafhankelijke persoon of instantie;
- Anoniem melden (bijvoorbeeld via daartoe ontwikkelde software).
In alle gevallen vindt onafhankelijk onderzoek plaats. Alleen bij melden in de lijn is bij het management bekend wie de melding heeft gedaan.
Artikel 2 lid 2 van de Wet bescherming klokkenluiders heeft twee onderdelen (e en f) die nader moeten worden uitgewerkt bij algemene maatregel van bestuur.
Alsdan moet in de interne procedure voor het melden van een vermoeden van een misstand worden vastgelegd:
(e.) bij welke daartoe aangewezen onafhankelijke functionaris of functionarissen, die voldoen aan bij of krachtens algemene maatregel van bestuur vast te stellen eisen, het vermoeden van een misstand anoniem kan worden gemeld, en welke functionarissen zorgvuldige opvolging kunnen geven aan die melding;
(f.) op welke wijze, die voldoet aan bij of krachtens algemene maatregel van bestuur vast te stellen eisen, het vermoeden van een misstand anoniem kan worden gemeld.
Indien deze onderdelen in werking treden, zal de modelregeling daaraan worden aangepast. Daarbij zal ook het onderscheid in de drie genoemde modaliteiten van melden duidelijker worden geformuleerd. Reacties uit het veld geven daartoe aanleiding.